“De vraag die we aan mensen stellen is: wat willen jullie en hoe kunnen wij daarbij helpen?”
Wat als je in de voetbalkantine alleen kan kiezen tussen een broodje kroket, stuk appeltaart en een tosti van wit brood? Kies je dan één van die drie of neem je de volgende keer zelf een paar volkoren boterhammen mee? We vinden het maken van zo’n gezonde eetkeuze vaak best moeilijk, omdat we het bijvoorbeeld ‘ongezellig’ vinden om als enige een andere keuze te maken. Hoe kan je mensen daar toch bij helpen? Op die vraag zoekt sociaal- en gezondheidspsycholoog Reinoud Moojen van de Universiteit Utrecht antwoord. Dat doet hij niet alleen, maar samen met ons. Van onder andere de supermarktmanager tot horecaondernemers en leden van de sportvereniging. Moojen gelooft dat je alleen door samen te werken duurzame en effectieve oplossingen kan vinden.
Verdwijnt het broodje kroket uit de sportkantine als het aan Reinoud Moojen ligt? “Nee”, antwoordt hij. Zo’n oplossing zou nooit standhouden als zijn onderzoek klaar is, en hij en collega Tamika Wopereis van Wageningen University & Research willen juist een advies uitbrengen dat niet op de plank blijft liggen. Ze kiezen er daarom voor om niet alleen als onderzoekers de handen in één te slaan, maar ook inwoners en ondernemers uit de Regiodeal Foodvalley te betrekken bij hun onderzoek. Co-creatie, noemen ze het. In de zes wijken die zijn geselecteerd voeren ze gesprekken over welke problemen er leven op het gebied van gezonde voeding, en proberen ze samen met betrokkenen oplossingen uit.
Het idee is dat er zo bottom up-ideeën ontstaan voor problemen die mensen herkennen. In plaats van dat er van bovenaf wordt bedacht wat het probleem is en hoe dat opgelost zou moeten worden. “De vraag die we aan mensen binnen de Regio Foodvalley stellen, is: wat willen jullie en hoe kunnen wij daarbij helpen?” Dat betekent in de praktijk dat er in alle zes de wijken aan iets anders gewerkt wordt. In Scherpenzeel staat de voeding in de sportkantine centraal, terwijl Moojen in de Utrechtse wijk Overvecht kijkt naar onder andere het beperkte aanbod van gezonde horeca.
“In Scherpenzeel kijken we nu samen met een supermarktmanager en een aantal sportverenigingen hoe we een gezonde optie kunnen aanbieden in de kantine. En hoe we dat zo doen dat die gezonde optie ook echt concurreert met het ongezonde aanbod. Daarvoor zoeken we dus uit wat we moeten doen om mensen te verleiden tot een gezonde keuze.” Omdat de co-creatie projecten zo lokaal zijn, worden de oplossingen dat ook. “We hebben nu bijvoorbeeld het idee om een Scherpenzeels borrelplankje te introduceren met lokale gezonde producten. In de communicatie willen we dan ook gebruik maken van bijvoorbeeld de voetballers van de eigen club, zodat iedereen ze meteen herkent. Dat je krijgt: “Pietje van heren 1 eet ook lekker lokaal.” Met dat laatste wordt hopelijk ook ingespeeld op het feit dat Moojen op basis van onderzoek ziet dat mensen de keuze van teamgenoten (eten zij gezond of niet?) meewegen in hun eigen gezonde of ongezonde keuze.
Het samenbrengen van academische kennis en ervaringen uit de praktijk, zijn volgens Moojen doeltreffend in het realiseren van een positieve verandering. “Niemand weet zo goed wat er speelt in een wijk als de mensen die er wonen en werken. Daarbij gebruik je het enthousiasme dat al aanwezig is om een gedeeld probleem op te lossen. Daardoor zorg je dat je iets creëert wat ook kan blijven bestaan als je als onderzoeker niet meer betrokken bent.”
De eerste co-creatie sessies hebben grotendeels voor de zomer plaatsgevonden en er zullen nog meer volgen in september 2022. Het plan is om kort daarna de besproken plannen en ideeën om te zetten in concrete stappen en die uit te voeren. “Bij de sportverenigingen in Scherpenzeel wilden ze eigenlijk meteen na de zomerstop al beginnen met het Scherpenzeelse borrelplankje, maar dat bleek niet haalbaar. Want je wil het dan wel meteen goed introduceren. Nu is het idee om na de winterstop het gezondere aanbod te introduceren.”
Inwoners en ondernemers uit de zes betrokken wijken (Bennekom, Scherpenzeel, Utrecht Overvecht, Wageningen, Veenendaal en rondom het nieuwe treinstation bij Ede-Wageningen) die betrokken willen zijn bij de projecten, kunnen contact opnemen met Reinoud Moojen.