Leertafel bundelt krachten rondom meten van stikstof
Regio’s waar stikstof wordt gemeten kunnen op verschillende niveaus met elkaar samenwerken om kennis te bundelen, data te genereren en modellen te verbeteren. Dat bleek tijdens de Leertafel Gezamenlijk meten van Stikstof die op 10 juni werd gehouden in Ede, mede op initiatief van de Regiodeal Foodvalley. Verschillende meetnetwerken werden voorgesteld en mogelijkheden voor samenwerking werden verkend. Mark de Bode van LNV: “Wij zien waarde in de samenwerking tussen regionale meetnetwerken zodat maatregelen en de implementatie daarvan beter meetbaar zijn.”
Tijdens de bijeenkomst waren vertegenwoordigers van verschillende regio’s waar een meetnetwerk wordt uitgerold bij elkaar om kennis te delen. Aanwezig waren ook de kennispartners van Wageningen UR (WUR), Universiteit Utrecht (UU), TNO, Stichting Biomassa, RIVM, Christelijke Hogeschool Ede (CHE), LTO Noord en de Omgevingsdienst, en overheden provincie Gelderland, provincie Utrecht en het ministerie van LNV.
Meetnetwerken in het land
Er werden presentaties gegeven over de meetnetwerken in de Foodvalley regio (omgevingsmeetnetwerk gericht op genereren van meer meetgegevens over de regio en verfijnen van de modellen en een bedrijvennetwerk gericht op managementmaatregelen voor intensieve sectoren) door Dick Heederik (Universiteit Utrecht) en Albert Winkel (WUR). Het omgevingsmeetnetwerk Liefstingshbroek, gericht op het Natura 2000 gebied, werd voorgesteld door Peter Laloli (TNO). Arjan Prinsen (Stichting Biomassa) presenteerde het omgevingsmeetnetwerk dat in de Achterhoek wordt uitgerold. Cathy van Dijk (LTO Noord) stelde het Netwerk Praktijkbedrijven voor, een landelijk netwerk gericht op managementmaatregelen voor de melkveehouderij.
Omgeving versus bedrijfsspecifiek
De verschillende meetnetwerken overlappen elkaar niet, maar er liggen veel kansen om elkaar nog beter aan te vullen en onderling te versterken. In een discussiepanel lichtte Henk Kievit (CHE) toe: “We zouden samen kunnen zorgen voor vervolgonderzoek, ook over de sectoren heen. Ook is het belangrijk te monitoren wat de effecten zijn van de grote maatregelen die eraan komen en modellen te verbeteren. We kunnen iets opzetten in de vorm van een programma waarin we regelmatig elkaar bezoeken en eventueel andere partijen aansluiten.”
Dick Heederik (UU) stelde voor dat in ieder geval op hoofdlijnen samenwerking kan worden gezocht. “We zien al dat er gemeten wordt in de omgeving en anderen richten zich bedrijfsspecifiek op managementmaatregelen. Daarin kunnen we elkaar opzoeken, De keuzes voor sensoren, metingen versus modellen, integraliteit en depositie vergelijken.”
Mark de Bode van LNV beaamde de kansen die samenwerking op kan leveren. “Wij zien waarde in de samenwerking tussen regionale meetnetwerken zodat maatregelen en de implementatie daarvan beter meetbaar zijn. Het meetnet van het RIVM is er al en deze regio’s pakken het meten nu zelf ook op. Dat is goed, maar de resultaten moeten wel met elkaar vergelijkbaar zijn en met het landelijke meetnet. Het ministerie werkt aan een programma om vervolgens ook alles goed te kunnen borgen.”
Vervolgbijeenkomst
In een vervolgbijeenkomst na de zomer zal worden uitgewerkt op welk niveaus de meetnetwerken met elkaar op gaan trekken. Albert Winkel (WUR) schetste een aanpak op verschillende niveaus: “Met elkaar samenwerken kun je in verschillende gradaties aanpakken; van elkaar algemeen op de hoogte houden tot zelfs onderdelen van projecten met elkaar integreren.” Dat biedt een basis om een vervolgaanpak te maken. Alle partijen waren het met elkaar eens dat er wel snelheid geboden is gezien de actualiteiten en de vraagstukken rondom stikstof.
Deze leertafel maakt onderdeel uit van de Leertafel Kennisdeling binnen het eerste thema van de Regiodeal Foodvalley, Transitie landbouw.