Dealmaker Albert Winkel, WUR
Elke maand stellen wij iemand voor die meewerkt aan de Regio Deal Foodvalley. Vandaag maakt u kennis met Albert Winkel. Hij is senior onderzoeker bij Wageningen Livestock Research. In de Regio Deal Foodvalley is hij een van de werkpakketleiders in het werkpakket Emissiereductie dat valt onder het thema Toekomstbestendige landbouw. Hij is verantwoordelijk voor de wetenschappelijk technische kant van het bedrijvenmeetnetwerk. “We begrijpen steeds beter waar emissies vandaan komen.”
Albert Winkel houdt zich al geruime tijd bezig met emissies uit veehouderijen. In dat vakgebied lag lange tijd de focus vooral op fijnstof. Daar ging Winkels proefschrift ook over in 2016. En ook toen hij betrokken raakte bij de Regio Deal Foodvalley ging de vraag vooral over meten en monitoren van fijnstofemissie van veehouderijen. De aandacht voor stikstof kwam pas gaandeweg het project. Het werkpakket Emissiereductie bestond oorspronkelijk uit twee losse werkpaketten. Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij (onderdeel van Poultry Expertise Centre) was verantwoordelijk voor het wetenschappelijk beproeven van emissiereducerende innovaties. Winkel ging over de sensoren en het monitoren van de emissie in en om de stallen. “Het concept ging er heel erg vanuit dat er innovators klaar stonden met hele nieuwe dingen om emissies te reduceren”, vertelt Winkel. “Dat viel een beetje tegen. Het palet van wat er beschikbaar is om in te grijpen in de luchtketen bleek vrij beperkt. Uiteindelijk hebben we de switch gemaakt van het beproeven van technische innovaties naar meten van zachte maatregelen. Dat is een belangrijke shift geweest. In plaats van de maatregelen, testen we nu het concept of je met behulp van doelsturing veehouders kunt helpen om hun emissie te verlagen.”
Boer aan het roer
Winkel: “Door te meten en te monitoren krijgen we inzicht in welke factoren van invloed zijn op emissies en welke factoren stuurbaar zijn. Dit geeft inzicht in aan welke knoppen veehouders kunnen draaien om hun emissie te verlagen. Dit biedt handelingsperspectief voor de veehouder. Daar lag voorheen de focus niet op.” De shift van testen van innovaties naar testen van wat de boer zelf kan doen om emissies te verlagen blies ook een nieuwe wind door de samenwerking tussen WUR en Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij. “Ik denk dat we nu ons allebei kunnen richten op waar we goed in zijn”, zegt Winkel. “Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij heeft een goed netwerk en weet wat er speelt op boerenbedrijven en wij als WUR kunnen ons vol richten op de wetenschappelijk technische kant van meten en monitoren. We zijn de laatste jaren goed op elkaar ingespeeld. Dat vergt wat investering, je werkt naar een soort balans toe. Nu is het een samenwerking waarvan ik blij ben dat we die ook na de regiodeal doorzetten.”
Handelingsperspectief
Het project bestaat uit een basisjaar en een interventiejaar. In het basisjaar worden emissies gemeten en in het interventiejaar kunnen veehouders onder begeleiding van de praktijkonderzoekers van Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij gaan proberen hun emissie te verlagen. Winkel: “Het basisjaar is voor een aantal sectoren nu afgerond. In dit basisjaar zien we grote verschillen tussen veehouders met een soortgelijke staltype. Dit biedt perspectief om van elkaar te gaan leren en met emissiereductie aan de slag te gaan. Daar krijgen ze in het interventiejaar volop de mogelijkheid voor.”
Nieuw beleid
“We leren steeds beter waar emissies vandaan komen”, vertelt Winkel. Door deze kennis over daadwerkelijke emissies wordt steeds meer duidelijk dat het huidige stelsel waarbij de impact van een veehouderij op de omgeving wordt getoetst bij het verlenen van een vergunning voordat een stal wordt gebouwd misschien niet meer houdbaar is. Winkel: “Met het bedrijvenmeetnetwerk leveren we belangrijke ingrediënten om emissies te verlagen. Uiteindelijk is een heel palet aan ingrediënten nodig. We waren een van de eersten met een fieldlab. We moesten veel dingen als eerste uitzoeken. We hebben goed nagedacht over de opzet. Inmiddels is er een heel palet aan fieldlabs met allemaal hun eigen accenten. De uitdaging is dat alle fieldlabs samen uiteindelijk de instrumenten leveren om nieuw beleid vorm te geven.”