Projecten in de spotlight tijdens werkbezoek Rijk-Regio-Overleg
Tweemaal per jaar komen de partners van het Rijk-Regio-Overleg bij elkaar om de voortgang van de Regio Deal Foodvalley te bespreken. Op donderdag 20 april waren ze te gast bij Universiteit Utrecht. Na het formele overleg werd een werkbezoek gebracht aan diverse projecten en werd met direct betrokkenen van gedachten gewisseld over de brede welvaart. “Regio Deal Foodvalley zorgt voor tal van nieuwe verbindingen en nieuwe kansen.”
In het Androclusgebouw van de faculteit Diergeneeskunde werden de aanwezigen na het ontbijt welkom geheten door Renze Portengen. Portengen is vanuit het ministerie van LNV verantwoordelijk voor de Regio Deal Foodvalley. Anton Pijpers, bestuursvoorzitter van de Universiteit Utrecht en gastheer van de bijeenkomst, ging in op de noodzaak en kracht van samenwerken in de grote opgaven waar we voor staan: “We hebben elkaar nodig om oplossingen te vinden. En de Regio Deal geldt daarbij als goed voorbeeld waarin tal van nieuwe verbindingen worden gelegd en kansen worden gecreëerd.”
Meetnetwerk luchtkwaliteit
Het eerste project waar plenair op werd ingezoomd was het omgevingsmeetnetwerk van Regio Foodvalley. Wietske Dohmen, onderzoeker bij Universiteit Utrecht, vertelde hoe het omgevingsmeetnetwerk voor luchtkwaliteit is opgebouwd en hoe het zich verhoudt tot andere meetnetwerken. “De eerste resultaten laten hogere concentraties van ammoniak zien in landelijk gebied dan in natuurgebied,” zegt Dohmen. “We gaan de meetgegevens analyseren om te kijken hoe we de gemeten waarden kunnen verklaren. We kijken bijvoorbeeld naar weergegevens en de afstand tot veehouderijen.”
“De toegevoegde waarde van dit meetnetwerk zit vooral in de grote hoeveelheid meetpunten en meetmomenten. Dat geeft ons verfijnder inzicht in de luchtkwaliteit,” zei Dohmen. “Zo kunnen we de modellen verbeteren en daarmee specifieke maatregelen om emissie terug te brengen doorrekenen.” De aanwezigen bevestigen dat vooral de wetenschappelijke onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van de metingen bijdragen aan vertrouwen in de gezamenlijke aanpak. Lees verder in de whitepaper omgevingsmeetnetwerk (pdf, 2 MB).
Gesprek over brede welvaart
Daarna ging men in gesprek over brede welvaart. Bas van Bavel, hoogleraar transities en samenleving aan de Universiteit Utrecht, vertelde in zijn pitch dat bij het onderzoek naar brede welvaart ook naar het verleden is gekeken en wat men daarvan kan leren over het omgaan met grote maatschappelijke problemen. En wat blijkt? “Transities doen pijn en kosten moeite,” zegt van Bavel. “Brede welvaart dwingt ons om multidimensionaal te kijken, dus naar álle dimensies van welvaart.”
Dat legt meteen ook de uitdaging bloot. Met stembriefjes, rood en groen, kon iedereen meedoen in het gesprek met vragen als Wie is bekend met brede welvaart? Wie zet brede welvaart al in waar het om beleidskeuzes gaat? En hoe stuur je erop? Wat bleek is dat brede welvaart voor veel van de aanwezigen nog vooral een zoektocht is naar een instrument om te monitoren. Van Bavel: “Hét instrumentarium om brede welvaart te meten is er nog niet. Het begrip leeft wel in de samenleving en de politiek. Dat heeft een beweging op gang gebracht naar een bredere manier van denken. Maar daarbij moeten we brede welvaart ook beter in beeld brengen. Niet selectief, maar alles in samenhang en integraal beschouwen zodat we ook de verbanden tussen verschillende dimensies van brede welvaart kunnen zien.”
Daarna toog het gezelschap op de fiets naar diverse projecten
Gewonnen levensjaren spreken aan
In het UMC Utrecht vertelde Arts-onderzoeker Nadia Bonenkamp over haar onderzoek waarbij ze datasets van mensen met hart- en vaatziekten verrijkt met kennis over voedingsgewoontes. Ook onderzoekt ze hoe de kennis uit leefstijlonderzoek goed landt in de praktijk. Want een ongezonde leefstijl blijkt een belangrijke factor bij het ontstaan en van hart- en vaatziekten. “Maar een verlaagd risico door een gezonde leefstijl blijkt voor mensen niet zo veelzeggend. Het motiveert te weinig. Daarom spreken we nu over gewonnen levensjaren. Dat zijn veel meer tastbare getallen voor mensen.”
De aanwezigen gingen daarna met elkaar in gesprek hoe die 1,7 miljoen mensen met hart- en vaatziekten en diabetes bereikt kunnen worden. En als je preventie van hoog-risicogroepen meerekent, is die groep zelfs nog groter. Iedereen was het erover eens dat dit een systeemaanpak vergt, waarin de keuze voor gezonde leefstijl makkelijker gemaakt wordt. Ook daar wordt binnen de Regio Deal Foodvalley aan gewerkt. De presentatie van Nadia Boonenkamp is hier (pdf, 1 MB)te bekijken.
Een kijkje in de Proeftuin
Op De Tolakker, de boerderij van de faculteit Diergeneeskunde, gaf Dick Heederik, penvoerder van het thema transitie landbouw, een inleiding over de integrale aanpak van de projecten in de Proeftuin. Daarna vertelden zes PhD-studenten over de proeven die ze doen in het kader van de Regio Deal. De studenten hadden elk een pitch van drie minuten voorbereid om kort en krachtig over hun onderzoek te vertellen.
Bij de varkensstal werden pilots voor circulair veevoer toegelicht door Fleur Veldkamp en Vivian Witjes. Welke regionale restproducten zijn geschikt als varkensvoer? Om te kunnen bepalen welke invloed circulair voer op welzijn heeft, werd ook onderzocht hoe je welzijn van varkens kunt meten. Ook hier staat de integrale aanpak voorop.
In de koeienstal vertelde Marien Korevaar over de metingen die in de stal worden gedaan om de emissie continue te kunnen meten. Dit wordt gedaan in het bedrijvenmeetnetwerk van de Regio Deal om te onderzoeken welke managementmaatregelen de emissie kunnen terugbrengen.
Buiten volgden drie pitches over luchtkwaliteit. Serigne Lô lichtte de ammoniakbuisjes en fijnstof- en stikstofdioxidesensoren uit het omgevingsmeetnetwerk toe. Zijn collega onderzoeker Claire Boereé-Kamphorst vertelde over de proef om natte depositie te meten. Een goedkoper meetinstrument dat zonder stroom tóch kan meten zou straks op meer locaties ingezet kunnen worden.
Tot slot vertelde Ceder Raben hoe alles samenkomt in verspreidingsmodellen. Daarmee kunnen maatregelen voor de gebiedsgerichte aanpak en effecten op leefomgeving worden doorgerekend. Naast veehouderij kan dan ook naar verkeer en industrie worden gekeken. Zo kunnen we voor deelgebieden en een totaalplaatje maken.
Aanjagers van innovatie
Terug in Androclusgebouw gaf het team dat zich bezighoudt met de versterking van het kennis- en innovatienetwerk een presentatie (pdf, 2 MB) met updates over de fondsen voor gedeelde faciliteiten. Sprekend voorbeeld daarvan was Bart Smit, die enthousiast vertelde over het uit de Regio Deal Foodvalley gefinancierde Fermentatielab dat dit najaar opent bij Smaakpark in Ede. “Het Smaakpark is altijd gericht op samenwerken. Een gedeelde proeffaciliteit past daarom goed bij ons. Zo kunnen we deze duurzame activiteiten verder professionaliseren en opschalen.”
Pascal van Alphen van Ginkgo Bioworks vertelde over de Robolector. Dit apparaat, gefinancierd uit het fonds voor gedeelde onderzoeksapparatuur, maakt snellere en efficiëntere eiwitproductie mogelijk. In zijn verhaal maakt van Alphen regelmatig de vergelijking met de IT-branche. “Het is ons doel om voedsel net zo programmeerbaar te maken als computers. Zo volgen we ook eenzelfde projectaanpak van design, built, test en grow-cyclus.” Dat er een markt is voor de Robolector is duidelijk; de bezettingsgraad is boven de 50% en inmiddels zijn er al 4.000 boekingen.