Dealmakers Frank Visseren, UMCU en Marianne Geleijnse, WUR

Elke maand stellen wij iemand voor die meewerkt aan de Regio Deal Foodvalley. Vandaag maakt u kennis met Frank Visseren en Marianne Geleijnse. Zij zijn beide werkpakketleider van het werkpakket over gezonde voeding voor patiënten met hart- en vaatziekten en diabetes. Visseren vanuit het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) en Geleijnse vanuit Wageningen University & Research (WUR). “Met de regiodeal hebben we de medische wereld en de voedingswereld dichter bij elkaar gebracht. We hebben elkaars taal leren spreken.”

Olie en azijn

Arts Frank Visseren en voedingskundige Marianne Geleijnse wisten voor de Regio Deal Foodvalley van elkaars bestaan. Ze kenden elkaars werk voornamelijk via wetenschappelijke publicaties, maar kenden elkaar niet persoonlijk. “Ik was geïntrigeerd door het werk dat Marianne al had gedaan”, vertelt Visseren. “Ik zie in de praktijk dat voeding een bescheiden plek heeft in de spreekkamer van artsen. Dokters vinden het vaak ingewikkeld om in heldere woorden met patiënten over voeding te spreken. Ze voelen zich soms onhandig, missen kennis. Terwijl je met voedingsadvies patiënten juist een tool in handen geeft om zelf aan de slag te gaan”, legt hij uit. Voor Geleijnse was de medische wereld niet geheel vreemd. Ze is als onderzoeker aan een medische faculteit opgeleid en gepromoveerd en zag kansen om voedingskennis naar de medische praktijk te brengen. “Uiteraard heeft onze samenwerking wel wat aanloop nodig gehad. We hebben eerst het nodige aan elkaar gesnuffeld, voordat we daadwerkelijk samen plannen zijn gaan maken voor dit werkpakket.” Inmiddels ruim drie jaar verder zijn beiden erg positief over de samenwerking. Geleijnse: “In het begin waren we als olie en azijn, maar inmiddels zijn we een echte dressing geworden.” “En dan moet je ook af en toe flink schudden”, voegt Visseren er lachend aan toe. Geleijnse vervolgt: “We hebben elkaars taal leren spreken. Ik dacht voorheen vaak te simpel over de arts in de spreekkamer. We hebben door de regiodeal elkaars complexiteit beter leren begrijpen en hebben daardoor ook meer geduld gekregen naar elkaar toe. Soms schuurt het natuurlijk nog wel een beetje, maar terugkijkend hebben we echt de meerwaarde ontdekt van het samenvoegen van de twee werelden.”

'In het begin waren we als olie en azijn, maar inmiddels zijn we een echte dressing geworden.'

Bijvangst

Als opbrengst noemt Geleijnse ook de zachtere, minder makkelijk meetbare kant. “Voor artsen is het heel ingewikkeld om gezonde voeding tussen de oren van patiënten te krijgen. Laat staan in de maag. We weten hoe belangrijk voeding is voor de miljoenen mensen met hart- en vaatziekten en diabetes. En de wetenschappelijke artikelen die we samen hebben gepubliceerd zijn echt belangrijk. Maar dat we, niet als concurrenten, maar er allemaal samen voor gaan is misschien nog wel de grootste winst.”

De samenwerking binnen de regiodeal zorgt voor allerlei bijvangst. Zowel UMCU als WUR heeft een groot cohortonderzoek waarbij mensen met hart- en vaatziekten langere tijd worden gevolgd; UCC-SMART in Utrecht en Alpha Omega in Wageningen. Hierin zijn inmiddels elkaars inzichten verwerkt. Visseren: “We hebben bijvoorbeeld een voedselfrequentievragenlijst toegevoegd aan ons cohort.” En Visseren en Geleijnse brengen allebei de expertise van de ander mee in de commissies voor richtlijnen waar ze aan deelnemen. Geleijnse: “Frank heeft bijvoorbeeld meegewerkt aan de voedingsrichtlijnen van de Gezondheidsraad voor mensen met hart- en vaatziekten.” “En”, vult ze aan. “UMCU heeft zich nu ook bij de Alliantie Voeding in de Zorg aangesloten. Dat nu ook een academisch ziekenhuis zich achter deze alliantie schaart die het belang van voeding in de zorg nastreeft is een belangrijke stap. De samenwerking binnen de regiodeal is hierin zeker helpend geweest.”

In de praktijk

Soms blijkt de praktijk weerbarstig. Geleijnse: “Heel veel werkt nog niet zo goed in de praktijk. In theorie weten we veel over gezonde voeding voor patiënten met hart- en vaatziekten en diabetes. Maar toch lopen we tegen veel barrières aan. Soms zijn er sociale aspecten bij de patiënt waardoor het lastig is om het voedingspatroon aan te passen. Soms loop je ook tegen barrières aan in de zorg. Doorverwijzen naar bijvoorbeeld een diëtist gaat niet altijd goed of artsen hebben gebrek aan tijd en ruimte om aandacht te geven aan voeding.” Geleijnse is dan ook erg benieuwd naar de evaluatie van de leefstijlloketten in Ziekenhuis Gelderse Vallei en Rijnstate. “Mensen met hart- en vaatziekten en diabetes hoeven geen magisch dieet te volgen. De Richtlijnen goede voeding van de Gezondheidsraad zijn een heel goede basis, ook voor die groepen. Maar inmiddels is wel duidelijk dat algemene adviezen niet leiden tot daadwerkelijke verandering. Daarom moet het voedingsadvies veel praktischer worden en veel individueler. Want voor deze groep patiënten is er bovenop medicatie met voeding zeker nog gezondheidswinst te behalen die essentieel is.”

'Onze samenwerking zal de tijdsgrenzen van de regiodeal in ieder geval overschrijden.'

Toekomst

Geleijnse en Visseren zijn beide positief over wat er gezaaid is met de regiodeal, maar maken zich ook wel zorgen over de toekomst. Visseren: “Alles wat we gestart zijn moet wel onderhouden en verder gebracht worden. Daar is dan weer financiering voor nodig.” Geleijnse: “Ik ben dankbaar dat patiënten van de opgedane kennis binnen de regiodeal kunnen gaan profiteren. De echte impact zal pas op langere termijn zichtbaar worden. Ik hoop dat wat er nu gezaaid is, zal opkomen en zich als een olievlek zal verspreiden in nieuwe projecten en meer bewustwording.” Een van de opbrengsten die in ieder geval zal blijven is de samenwerking tussen Visseren en Geleijnse. Visseren: “Onze samenwerking zal de tijdsgrenzen van de regiodeal in ieder geval overschrijden.”