NoPalm Ingredients: Delen van apparatuur biedt kansen voor startups
De startup NoPalm Ingredients heeft samen met Wageningen University & Research (WUR) geïnvesteerd in een serie moderne bioreactoren. De investering is mede mogelijk gemaakt met subsidie voor gedeelde onderzoeksfaciliteiten, beschikbaar gesteld door de RegioDeal Foodvalley. Ondernemer en oprichter van het bedrijf Jeroen Hugenholtz en Martijn Bekker, projectleider bij Wageningen Food & Biobased Research, delen hun ervaringen met het gedeelde gebruik van deze apparatuur.
Ontbossing tegengaan en voedselverspilling reduceren. Dat is het vertrekpunt voor NoPalm Ingredients. De startup produceert op basis van reststromen duurzame oliën en vetten die vrijwel identiek zijn aan wat er in palmolie zit. ‘We gebruiken gisten die groente, fruit en andere reststromen via fermentatie omzetten in olie,’ vertelt Hugenholtz. ‘De uitdaging is deze zo te kweken dat ze een maximale hoeveelheid produceren.’
Extra capaciteit
Dat kweken gebeurt in grote bioreactoren, waarvan het bedrijf er zelf één heeft staan. ‘Daarmee komen we een heel eind,’ zegt Hugenholtz. ‘Maar er zijn ook periodes dat we te weinig capaciteit hebben om aan de vraag te voldoen, bijvoorbeeld als onderdelen voor onderhoud naar de leverancier moeten. Dan is het fijn als we apparaten kunnen gebruiken waar we snel en gemakkelijk mee aan de slag kunnen. Van de bioreactoren bij Wageningen Food & Biobased Research weten we precies hoe ze werken. En ze staan maar een kilometer bij ons vandaan.’
‘We hebben in ons laboratorium nu in totaal acht bioreactoren van verschillende volumes staan,’ vertelt Bekker. ‘Die gebruiken we zelf maar voor de helft van de tijd en dat vinden we zonde. Een bioreactor kost algauw vijftigduizend euro per stuk.’
Samen investeren
Recentelijk heeft Wageningen Food & Biobased Research haar capaciteit uitgebreid: de onderzoeksgroep heeft met subsidie van de Regiodeal Foodvalley geïnvesteerd in een viertal bioreactoren. NoPalm Ingredients is een van de mede-investeerders. ‘Door gezamenlijk te investeren in bioreactoren en onze onderzoeksfaciliteiten te delen kunnen jonge bedrijven over hoogwaardige geavanceerde apparatuur beschikken; investeringskosten worden gedeeld en men kan de apparatuur tegen een gunstig tarief gebruiken. Daarmee kunnen zij zich verder ontwikkelen,’ aldus Bekker.
Met het delen van apparatuur wordt de onderlinge samenwerking en uitwisseling van kennis intenser, merkt Bekker. ‘Bedrijven zijn soms op zoek naar kennis die specifieke expertise vergt, maar willen geen groot en duur project opstarten. We laten ze dan zelf de fermentaties doen en ondersteunen ze, als ‘kennisexpert, aan de zijlijn met onze expertise en meetapparatuur.’
Publiek-private samenwerking
Het delen van apparatuur leidt vaak tot een verdergaande samenwerking met en tussen partijen. Die tussen Bekker en Hugenholtz resulteerde in de oprichting van de publiek-private samenwerking Fermentation Visualized and Simplified (FEVIS). ‘We onderzoeken hierin hoe je fermentatie volledig online kunt monitoren en bijsturen. Met de inzichten die onze studies opleveren, kunnen we processen straks nog efficiënter laten verlopen.’
Het zijn mooie voorbeelden. Desondanks merkt Bekker dat onderzoekers en ondernemers soms aarzelen om onderzoeksapparatuur te delen. Zijn advies luidt: ‘Stap over je eigen schaduw en doe het gewoon. Maak duidelijke afspraken over de samenwerking en je zult ontdekken dat je samen tot verrassende nieuwe inzichten komt.’ Het team van experts van Shared Research Facilities bij WUR kan organisaties hierbij ondersteunen.
Vertrouwelijkheid
Te maken afspraken gaan in de eerste plaats over het gebruik van de apparatuur. Maar ook vertrouwelijkheid is een aandachtspunt. Hugenholtz: ‘Spreek als ondernemer af dat je zelf in de lead bent van het onderzoek en laat de experimenten uitvoeren door je eigen mensen. Dan heb je voor ondersteuning alleen de experts van de apparatuur nodig, en verder niet.’ Ook hierin biedt het team van Shared Research Facilities ondersteuning, met contracten waarin het delen van apparatuur wordt vastgelegd.
Hugenholtz en zijn team kunnen de weg naar de bioreactoren inmiddels dromen. ‘Gebruik maken van de onderzoeksinfrastructuur hier in Wageningen maakt ons sterk. Ook onze investeerders zijn zich daarvan bewust. Alleen dat is al reden genoeg om apparatuur te delen via het Shared Research Facilities-platform van WUR.’