Efficiënt delen van kennis, vaardigheden en onderbenutte apparatuur, een logische keuze voor Upfield
Efficiënt delen van kennis, vaardigheden en onderbenutte apparatuur is logisch voor onderzoekers verbonden aan Upfield en het Wageningen Light Microscopy Centre (WLMC). Gertjan Heijman en Eleni Ntone van Upfield, en Norbert de Ruijter - beheerder van apparatuur bij WLMC - delen hun ervaringen.
Directe toegang tot geavanceerde onderzoeksfaciliteiten was de belangrijkste reden dat Upfield, wereldleider op het gebied van plantaardige voedingsmiddelen, twee jaar geleden zijn R&D-activiteiten verhuisde naar de Wageningen Campus. Bij het bedrijf beschouwen ze de toegang tot gedeelde geavanceerde onderzoeksapparatuur in de samenwerking met Wageningen University & Reseaerch (WUR), en met dank aan subsidie van de RegioDeal Foodvalley als een waardevolle mogelijkheid.
Drempel verlagen
‘We wilden het testen van producteigenschappen op hoogwaardige apparatuur gemakkelijker maken voor onze medewerkers en de besluitvorming in productontwikkeling versnellen,’ vertelt Gertjan Heijman, Platform Manager Aroma en Flavour bij Upfield. De organisatie besloot daarom de fysieke afstand tot de laboratoria van academische wetenschappers te verkleinen en medewerkers toegang te geven tot apparatuur die voor de onderneming te duur is om zelf aan te schaffen. ‘Een apparaat moet vaak genoeg gebruikt worden om de investering te kunnen rechtvaardigen,’ aldus Heijman.
Analyse van productmatrices
Een voorbeeld is de confocale microscoop bij WLMC, gefinancierd met subsidie voor gedeelde onderzoeksfaciliteiten uit de RegioDeal Foodvalley. Onderzoekers kunnen hiermee ingrediënten in een productmatrix bestuderen. ‘Je kunt met dit apparaat eiwitten, koolhydraten en vetten lokaliseren in het product en hun chemische structuur bekijken,’ illustreert Eleni Ntone, Fat Structuring Manager bij Upfield. ‘Dat helpt ons de kwaliteit van producten te voorspellen.’
Ntone is blij met de begeleiding die ze als externe onderzoeker krijgt van WLMC-experts. ‘Ze weten zoveel meer dan wij over de instellingen van het apparaat, het nemen van monsters en de benodigde kleuringen; dit verkort voor ons het analyseproces,’ zegt ze.
De weg wijzen
Norbert de Ruijter, manager van het WLMC, is een van de betrokken experts. Hij laat klanten graag zien hoe ze de apparatuur het beste kunnen gebruiken. ‘Technologie is complex en ontwikkelt zich voortdurend. En het kan voor organisaties lastig zijn om te bepalen welke informatie ze precies nodig hebben om een onderzoeksvraag te beantwoorden’, zegt hij. ‘Daarom bespreken we vooraf altijd hun wensen. Een confocale microscoop biedt veel mogelijkheden, maar is complex om mee te werken. Soms verwijzen we klanten door naar een eenvoudiger apparaat.’
Om financiering van nieuwe apparatuur voor elkaar te kunnen krijgen, hebben onderzoekers verschillende hordes te nemen. ‘Als onderzoeksgroep moeten we binnen acht jaar zestig procent van onze investeringskosten voor apparatuur terugverdienen. Voor ons is het dus waardevol om samen te werken met partijen die de apparatuur graag willen gebruiken,’ aldus De Ruijter.
Zo makkelijk mogelijk
Via de database Search voor gedeelde onderzoeksfaciliteiten die vanuit WUR beschikbaar wordt gesteld, kunnen geïnteresseerden zoeken in het aanbod aan gedeelde onderzoeksapparatuur. ‘Gebruik deze database om erachter te komen wat een apparaat allemaal kan,’ is het advies van De Ruijter aan toekomstige gebruikers. ‘En aarzel niet om contact op te nemen met de experts van het team achter Shared Research Facilities bij WUR of met de andere beheerders als je meer wilt weten.’
Maak het proces voor het delen van faciliteiten aan beide kanten bovendien zo eenvoudig mogelijk, benadrukt Heijman: ‘Wijs een centrale persoon aan die de administratie en financiële zaken voor zijn rekening neemt. Zo profiteren onderzoekers maximaal van de geleverde diensten.’